Bijzondere vogelsoort is nieuwste bewoner van volière ZooParc Overloon
ZooParc is het nieuwe jaar begonnen met een nieuwe, bijzondere diersoort. Sinds deze week verblijven er vier puna-ibissen in de Overloonse dierentuin. Het is een van de weinige plekken in Europa waar deze vogels te zien zijn. In totaal verblijven er zo'n 130 dieren verspreid over vijftien Europese dierenparken.
De populatie van de puna-ibis in het wild neemt snel af. “Dit komt onder meer doordat de lokale bevolking in Peru en Bolivia deze vogelsoort als huisdier houdt voor hun eieren en vlees”, legt hoofd dierverzorging Steven van den Heuvel uit. “Goede educatie over het behoud en de bescherming van deze soort en zijn omgeving is daarom nodig. Dierentuinen dragen hier aan bij.”
“Om te zorgen voor een gezonde populatie van puna-ibissen in dierenparken is er een fokprogramma voor deze diersoort. In het kader van dat programma hebben we nu vier vrouwtjes. Zij zijn nu nog erg jong en kunnen nog geen jongen krijgen. Op termijn zullen we ook nog drie mannetjes mogen verwelkomen en we hopen zo in de toekomst een foksituatie te creëren voor de puna-ibissen in ZooParc”, aldus Van den Heuvel.
Grote hoogteDe puna-ibis dankt zijn naam aan het gebied Puna, een hooggelegen vlakte in het noorden van Argentinië. In het wild komt deze vogelsoort voor op een hoogte van 3100 tot 4800 meter in het Andesgebergte in Peru, Bolivia, Chili en Argentinië.
Deze ibissoort heeft bruinpaarse veren en in de vleugels zijn soms wat paarse en groene tinten te ontdekken. De puna-ibis heeft verder een rode snavel, waarmee hij zich onderscheidt van soortgenoot de zwarte ibis.
Ideale snavelDe puna-ibis eet voornamelijk kleine dieren, insecten en wormen die in de modder of ondiep water leven. Hiervoor beschikt deze vogelsoort over een lange, gebogen snavel, die ideaal is om in de modder te zoeken naar bijvoorbeeld slakken. Om niet weg te zakken in de modder hebben puna-ibissen lange tenen, waardoor ze hun gewicht kunnen verspreiden.
De nieuwe bewoners zijn, zodra het park weer open gaat, te zien in de volière in het Zuid-Amerikaanse expeditiedeel Madidi.