Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben hele grote hoektanden. Deze tanden zijn zeven tot negentien centimeter lang. Ze gebruiken deze uitstekende tanden om eten mee op te graven en om zichzelf te verdedigen tegen vijanden.
Een penseelzwijn krijgt één tot zes jongen per jaar. Als de jongen geboren worden hebben ze een gestreepte vacht. Hierdoor vallen ze niet op in het hoge gras. Als de jongen ouder worden, verkleurt de vacht naar roodbruin.
“De hoektanden van een penseelzwijn kunnen wel negentien centimeter lang worden!”