"De geelrugduiker is de grootste van alle 22 duikersoorten die er zijn. Wist je dat er In Europese dierentuinen op dit moment minder dan tien geelrugduikers leven?"
Voedsel
Fruit, zaden en bladeren
Levensduur
10 - 15 jaar
Gewicht
45 - 80 kg
Aantal jongen
1 jong
Draagtijd
7 maanden
Leefgebied
Dichte bosgebieden in West- en Centraal-Afrika
IUCN-status
Gevoelig
EEP
Ja
De geelrugduiker is een schuwe antilope uit dichtbegroeide Afrikaanse bossen. Bij gevaar duikt hij razendsnel weg tussen de struiken, waarbij zijn gele rugharen overeind gaan staan om indruk te maken. Met geursporen onder hun ogen communiceren duikers met soortgenoten. Ze eten vooral gevallen fruit, maar ook bladeren, wortels en soms zelfs vlees. Door het verspreiden van zaden helpen ze het bos groeien. In het wild daalt hun aantal door jacht en ontbossing. In dierentuinen, zoals ZooParc, krijgen ze nu een veilige plek om hun voortbestaan te garanderen.
Duikers worden zo genoemd omdat ze bij gevaar heel snel wegduiken. Ze leven meestal in dichtbegroeide bossen. Als ze een roofdier zien of horen, maken ze een fluitend geluid. Ze blijven dan even helemaal stil staan. De gele haren op hun rug gaan omhoog staan, zodat ze groter lijken. Een paar tellen later duiken ze tussen de struiken en zijn ze niet meer te zien.
Geelrugduikers hebben geurklieren onder hun ogen. Daar komt een vloeistof uit die sterk ruikt. Met deze geur ‘praten’ de duikers met elkaar. Ze laten hun geur achter op de bomen en struiken waar ze langs lopen. Als andere duikers dat ruiken, weten ze dat dat gebied al bewoond is. Ook laten duikers met hun geur aan elkaar weten als ze willen paren.
Geelrugduikers eten veel fruit. Ze eten fruit dat van de bomen valt of wat andere dieren, zoals apen, laten vallen. Vaak eten ze vruchten die te hard of te groot zijn voor andere dieren. Een geelrugduiker kan een vrucht van bijna 5 centimeter in één keer doorslikken. Behalve fruit eet een geelrugduiker ook wel bladeren en wortels. Soms eten ze zelfs vlees van andere dieren, zoals hagedissen of vogels.
Omdat geelrugduikers veel fruit eten, zijn ze belangrijk voor het bos. Veel vruchten hebben harde zaden en pitten. Deze zaden slikken de geelrugduikers in zijn geheel door. Soms spugen ze die weer uit als ze aan het herkauwen zijn en soms poepen ze ze uit. Hierdoor komen de zaden en pitten op een andere plek in het bos terecht. Zo groeien er op verschillende plaatsen nieuwe fruitbomen.
Geelrugduikers leven in dichtbegroeide bossen. Daardoor is het niet makkelijk om ze te onderzoeken. Het is dan ook niet precies bekend hoeveel geelrugduikers er nog in het wild leven. Waarschijnlijk zijn er nog zo’n 150.000 in het wild. Wat wel bekend is, is dat er veel op deze dieren gejaagd wordt en dat hun leefgebied steeds kleiner wordt. In de meeste gebieden waar geelrugduikers leven, gaan de aantallen hard achteruit.
Er zijn maar heel weinig geelrugduikers in dierentuinen. In Europa is ZooParc nu de zesde dierentuin die deze diersoort houdt. De bedoeling is dat dat er steeds meer worden. Omdat het met geelrugduikers in het wild niet zo goed gaat, is het belangrijk om ze in dierentuinen een veilige plek te geven. Hiervoor werken dierentuinen samen. Hopelijk worden er dan steeds meer jongen geboren en groeit het aantal geelrugduikers in dierentuinen.