In een groep doodshoofdaapjes leven de mannetjes apart van de vrouwtjes. Alleen de hoogste mannetjes in rang komen bij de vrouwtjes om te paren. Kinderen worden opgevoed in de vrouwengroep, waar ze gezamenlijk voor de jongen zorgen.
In het tropische regenwoud eten ze vooral insecten en fruit. Zo helpen ze bij het in toom houden van het aantal insecten. Door fruit te eten, helpen ze met het verspreiden van de zaden waaruit nieuwe bomen kunnen groeien.
Wil je meer weten over de IUCN-status of de EEP? Klik hier.
“Net zoals de mens, kunnen Boliviaanse doodshoofdaapjes ook in kleur zien.”