"De Afrikaanse lepelaar jaagt met een bijzondere techniek: hij zwaait zijn platte snavel heen en weer door het water. Voelt hij iets? Dan klapt hij razendsnel toe en slikt zijn prooi in één hap door."
Ontdek in het echtLeefgebied:
natte gebieden in Afrika ten zuiden van de Sahara en op Madagaskar
Voedsel:
kleine vissen, schaaldieren, weekdieren, insecten en larven
Levensduur:
20 jaar
Gewicht:
1,5 tot 2 kg
Aantal eieren:
2 tot 4 eieren
Broedtijd:
25 tot 29 dagen
IUCN-status:
veilig
EEP:
nee
De Afrikaanse lepelaar leeft in natte gebieden ten zuiden van de Sahara en op Madagaskar. Daar struint hij langzaam door ondiep water, op zoek naar kleine vissen, insecten en andere waterdieren. Zijn opvallende, platte snavel gebruikt hij als een soort schepnet: hij beweegt hem heen en weer door het water. Afrikaanse lepelaars leven vaak in groepen, vooral tijdens het broedseizoen. Een vrouwtje legt meestal 2 tot 4 eieren, die in zo'n 25 tot 29 dagen uitkomen. De jongen worden daarna nog een tijd verzorgd door beide ouders.
De Afrikaanse lepelaar leeft in natte gebieden in Afrika ten zuiden van de Sahara en op Madagaskar. Je vindt deze opvallende vogels vooral in moerassen, rivierdelta’s, draslanden en ondiepe meren. Dankzij hun lange poten en lepelvormige snavel zijn ze goed aangepast aan het zoeken naar voedsel in ondiep water. Ze broeden vaak in kolonies, samen met andere watervogels, in bomen of rietvelden dichtbij het water.